Wees vriendelijk met jezelf in deze tijd,
Soms brengt een onderstroom verstrikkingen in ons hart.
We hebben het niet door en gaan steeds maar door,
En vragen ons af waarom we moe, of boos, of wankel zijn.
Laat jezelf rustig neerzitten
Met je wijze grootmoeder
En laat komen wat maar komen wil.
En wanneer het kleine kind opgehouden is te huilen,
Plaats haar dan vriendelijk weer op haar voeten
En stuur haar zachtjes terug, de wereld in.
En zit, zoals alleen grootmoeders dat kunnen,
Kalm en gegrond,
Wijs en met flonkerende ogen,
Te midden van de wisselvalligheden
In deze gekke wereld.