Er stond eens een man boven op een hoge heuvel.
Drie reizigers, die in de verte aan kwamen lopen, zagen hem en begonnen over hem te discussiëren, zich afvragend wat die man daarboven deed.
De een zei: “Waarschijnlijk is hij zijn huisdier kwijt.”
De ander zei: “Nee hoor, ik denk dat hij uitkijkt naar een vriend.”
De derde zei: “Och kom, hij is daar gewoon om een frisse neus te halen.”
De drie reizigers konden het niet met elkaar eens worden en bleven bekvechten tot het moment dat ze zelf boven op de heuvel aankwamen.
Een van hen vroeg: “Zeg vriend, hier boven op deze heuvel, ben je misschien je huisdier kwijt?”
“Nee mijnheer, ik ben niet mijn huisdier kwijt.”
De ander vroeg: “Sta je dan soms uit te kijken naar een vriend?”
“Nee mijnheer, ik kijk ook niet uit naar een vriend.”
De derde vroeg: “Dan ben je hier zeker om een frisse neus te halen?”
“Nee mijnheer, ik ben hier ook niet om een frisse neus te halen.”
De drie reizigers riepen uit: “Maar wat doe je dan hier boven op de heuvel, aangezien je al onze vragen met ‘nee’ beantwoordt?”
De man op de heuvel zei: “Ik sta gewoon.”