Het was een dag in Katmandu. De monniken vierden dat de jonge Boeddha zijn eerste stapjes zette. Wij stonden op het plein voor de tempel toen een oude monnik verscheen. Op onze vraag of we de dienst mochten bijwonen en foto’s mochten maken, knikte hij instemmend. We waren van harte welkom.
Vanuit respect stelden we ons bescheiden op, namen achter in de tempel plaats en maakten wat foto’s zonder te flitsen. Wie schetste onze verbazing toen vier bezoekers de tempel binnenkwamen en regelrecht, tijdens de ceremonie en tussen de monniken door, naar het grote Boeddhabeeld liepen dat voor in de tempel stond. Een van hen pakte zijn fototoestel en verzocht een monnik een foto van hem te maken. De monnik stond op, maakte een foto, nam zijn plaats tussen de andere monniken weer in en hervatte zijn gezang.
Voor die monnik was het geen verstoring. Wij daarentegen waren verontwaardigd en veroordeelden het in onze ogen respectloze gedrag van de bezoekers. Het resultaat van ons gemor was dat we een stuk van de plechtigheid hadden gemist. Voor de monnik was dit anders. Hij ging vriendelijk mee in wat zich aandiende en vervolgde daarna onverstoorbaar zijn bezigheden.
Zoals Deepak Chopra zegt: door niet te oordelen schep je stilte in je geest. Wat zou het jou opleveren als je vaker alleen maar zou waarnemen in plaats van (ver)oordelen?