Eens komt de tijd
Dat je vol blijdschap
Jezelf begroet, aankomend
Bij je eigen deur, in je eigen spiegel
En elk glimlacht om elkanders welkom
En zegt: ga zitten. Eet wat.
Opnieuw zul je van de vreemde houden die je ooit zelf was.
Geef wijn. Geef brood. Geef je hart weer terug
Aan zichzelf, aan de vreemde die van je hield.
Je leven lang, aan wie je voorbij ging
Voor een ander, die je door en door kent.
Pak de liefdesbrieven van de plank,
De foto’s, de wanhopige notities,
Schraap je eigen aanzien van de spiegel.
Ga zitten. Maak je leven tot een festijn.