Alles is dragen, in ons omdragen, en dan baren.
Iedere indruk en iedere kiem van een gevoel volkomen in zichzelf,
in het donker, in het woordeloze, onbewuste,
zich laten voleinden, onbereikbaar voor het eigen verstand,
en dan in diepe deemoed en geduld het uur,
waarin een nieuwe klaarheid doorbreekt, afwachten:
dat alleen is leven als een kunstenaar:
in het begrijpen, zowel als in het scheppen.
Daar bestaat geen meten met de tijd,
daar is een jaar niet van belang,
en tien jaren zijn niets.
Kunstenaar zijn betekent:
niet rekenen en tellen, rijpen als een boom,
die zijn sappen niet voortdrijft en
getroost in de voorjaarsstormen staat,
zonder angst, dat er daarna geen zomer zou kunnen komen.
Die komt toch. Maar die komt alleen voor de geduldigen,
die zijn, alsof de eeuwigheid voor hen lag,
zo zorgeloos en wijd.
Ik leer het dagelijks, leer het onder pijn, waar ik dankbaar voor ben:
Geduld is alles!