Stil zijn

Nu tellen wij tot tien
dan zijn wij allemaal stil.

Laten wij voor een keer op aarde
in geen enkele taal spreken;
laten we een seconde stilstaan,
en niet zo met onze armen bewegen.

Het zou een exotisch moment zijn
zonder geraas, zonder motoren;
wij zouden allemaal samen zijn
in een plotselinge vreemdheid.

Vissers in de koude zee
zouden walvissen geen kwaad doen
en de man die zout verzamelt
zou dan naar zijn pijnlijke handen kijken.

Zij die nieuwe oorlogen voorbereiden,
oorlogen met gas, oorlogen met vuur,
overwinningen zonder overlevenden,
zouden schone kleren aantrekken
en met hun broeders wandelen
in de schaduw, niets doend.

Wat ik wil, moet niet worden verward
met totale inactiviteit.
Het leven, daar gaat het om;
Ik wil geen omgang hebben met de dood.

Als wij ons leven niet zo krampachtig
in beweging willen houden,
en eens een keer niets konden doen,
zou misschien een reusachtige stilte
deze triestheid onderbreken
van onszelf nooit begrijpen
en van onszelf met de dood bedreigen.
Misschien kan de aarde ons onderwijzen
Zoals wanneer alles dood lijkt
en later levend blijkt te zijn.

Nu tel ik tot tien
en jij bent stil en ik vertrek.