Oké, ik beken… soms ben ik hard in mijn oordeel. Tijdens retraites word ik me daarvan vaak extra bewust. Zo mediteerde ik een tijdje geleden in Cadzand. Al bij de start van de retraite viel me een man op. Zijn broek slobberde, hij slofte hoorbaar door de zaal en hij had ook nog eens hele dikke tenen. Kortom, ik keek en oordeelde.
In de loop van de week zag ik dat deze man bij de thee telkens twee (of meer) koekjes van de schaal pakte. Niet openlijk, maar een beetje verborgen in zijn hand. Soms liep hij dan nog een keer langs om er nòg een te pakken. En ik ergerde me. Ik voelde mijn ergernis zelfs al opkomen zodra ik hem zag. Toen ik me hiervan bewust werd, vroeg ik me af wat me nu zo boos maakte. Al snel werd me duidelijk dat wat deze man deed, me eigenlijk niet zo vreemd was. Ik hou ook van koekjes en neem er vaak meer dan één. Wat ik bij deze man zag, was gedrag dat ik van mezelf afkeurde.
Dit inzien maakte de ergernis er niet minder om. Daarom besloot ik te oefenen met ‘metta’ (liefdevolle vriendelijkheid). Telkens als ik merkte dat er oordelen waren, herhaalde ik de zin: ‘Moge ik zacht zijn en mededogen hebben voor mezelf en anderen’. En ineens…, toen ik de man weer op het terrein zag lopen, voelde ik compassie en ontroering. Daar liep een feilbaar mens. Net als ik. Niks mis mee.
Vlak daarna zat ik in de meditatiezaal en hoorde ik hem binnensloffen. Er kwam een grijns op mijn gezicht. Ergernis verdwenen. Bijzonder wat het beoefenen van mindfulness en compassie kan doen.