Wat is geluk?

Er was eens een arme oude man wiens enige bezit een schitterende schimmel was. Al jarenlang hadden de mensen uit zijn dorp hem gezegd het paard te verkopen omdat het een hoop geld op zou brengen en hij verder geen cent had om uit te geven. “Het paard is een deel van mijn familie, en je familie verkoop je niet”, was steevast zijn antwoord.

Op een nacht verdween het paard uit zijn stal en de mensen zeiden: “Zie je nou wel ouwe, dan had je maar niet zo dom moeten zijn en het beest moeten verkopen. Nou heb je helemaal niks meer. Een groter ongeluk had je niet kunnen overkomen”. Maar de oude man zei: “Wie weet of het een geluk of een ongeluk is. Het enige dat ik weet is dat het paard weg is. Maar of het een ongeluk is? Wie kan er verder zien dan zijn neus lang is?”

Een aantal weken later kwam het paard op een nacht met twaalf andere, wilde paarden terug naar de stal. Blijkbaar was het losgebroken om zijn soortgenoten te zoeken en had het uiteindelijk de weg naar zijn baas teruggevonden. De mensen uit het dorp zeiden: “Ouwe, je had volkomen gelijk. Het was helemaal geen ongeluk maar juist een geluk dat het beest er vandoor ging, want nou ben je een vermogend man”. Maar de oude man antwoordde: “Wie weet of het een geluk of een ongeluk is. Het enige wat ik weet is dat het dier met twaalf andere paarden is teruggekomen. Maar of het een geluk of een ongeluk is ……?”

In de volgende dagen en weken probeerde de zoon van de oude man de wilde paarden te temmen en viel daarbij van een woeste hengst. Beide benen werden verbrijzeld. De mensen uit het dorp zeiden: “Ouwe, zo’n geluk was het nou inderdaad ook weer niet dat je paard met die anderen is teruggekomen. Je had helemaal gelijk, want nu is je zoon invalide en een groter ongeluk kon je haast niet overkomen”. De oude man verzuchtte: “Wanneer houden jullie nou eindelijk eens op met te doen alsof je vandaag weet hoe morgen zal zijn? Het enige dat ik weet is dat mij vandaag een ongeluk is overkomen, maar meer weet ik niet.”

Een paar maanden later brak er oorlog uit in het land, en alle gezonde jonge mannen van het dorp moesten in het leger dienen en werden naar het front gestuurd. Geen een keerde levend in het dorp terug.
En wat zeiden de mensen als ze de oude man tegenkwamen ……?